Het MDC-model

Hoe kom je tot een sterke en onderscheidende positionering? Het MDC-model geeft je duidelijke richting. Aan de hand van drie elementen – Merk(identiteit), Doelgroep (relevantie) en Concurrentie (categorisatie)

Inhoudsopgave

Positioneren met het MDC model

Het MDC-model wordt voornamelijk gebruikt om tot een positionering van een organisatie te komen. Maar kan ook gebruikt worden voor de positionering van een product of dienst. Het model is ontwikkeld door Rob Riezebos en Jaap van der Grinten. Het model wordt uitgebreid behandeld in het door hun geschreven boek: Positioneren. Een organisatie, product of dienst positioneren vindt plaats aan de hand van een duidelijke merk(identiteit), deze vormt het vertrekpunt. Vervolgens is het van belang dat het merk relevant is voor de doelgroep en passend valt te categoriseren bij de concurrentie.

Merk(identiteit)

De eerste pijler, het vetrekpunt van de positionering: het merk. Het gaat hier om de identiteit van het merk/de organisatie. De merkidentiteit bestaat uit zes factoren:

    Historie van de organisatie

    Door de historie van de organisatie te achterhalen kom je tot de kern van het bedrijf. Wat vonden d oprichters belangrijk? Welke ingrijpende gebeurtenissen hebben een rol gespeeld in de vorming van de organisatie? Welke mijlpalen zijn behaald? Hoe heeft de organisatie zich door de jaren heen ontwikkeld?

    Bedrijfsoriëntatie

    Waar ligt de focus van de organisatie op? Is dat op productontwikkeling, of procesmanagement misschien wel een ‘groots’ idee/concept (bijvoorbeeld: als eerste landen op mars), De focus kan ook liggen bij de werknemers en de cultuur van de organisatie. Maar ook bij de klantenservice. Vaak ligt de focus bij één of twee onderwerpen.

    Kerncompetenties

    Een competentie is iets waar je goed in bent. Een kerncompetentie van een organisatie is dus iets waarin de organisatie beter is dan (een deel van) de concurrenten. Dit kan bijvoorbeeld: productontwikkeling, een uitgebreid assortiment of  klantgerichtheid zijn.

    Visie en missie

    Waar zien we de organisatie over 10 jaar staan (visie)? Wat doen we iedere dag om die visie te verwezenlijken (missie?). Voor verdiepende informatie over het formuleren van de purpose, visie en missie bekijk het: Purpose Piramide model

    Cultuur

    Welke cultuur en omgangsnormen worden binnen de organisatie gehanteerd? Draagt iedereen een pak, zeggen we u? Hoe wordt met elkaar om gegaan? Is er veel vrijheid of juist niet etc.

    Organisatie- en klantwaarden

    Welke waarden vinden we zelf belangrijk en welke waarden vind de klant belangrijk?

Doelgroep (relevantie)

De doelgroep, voor is de organisatie het product of de dienst die je gaat positioneren van belang? En wat vind de doelgroep daarin belangrijk? Niet ieder aspect van de merkidentiteit is relevant voor de doelgroep. Daarom is het essentieel erachter te komen welke wél relevant zijn. Maar hoe weet je wie je doelgroep is? Kijk eens naar de organisatie, product of dienst – wat lost het op en voor wie is dat relevant? Dat is je doelgroep. Vervolgens kun je de doelgroep aan de hand van deze oplossing verder segmenteren. Door verschillende subgroepen te achterhalen, vervolgens kun voor iedere subgroep een persona maken.

Concurrentie (categorisatie)

Hoe verhoudt/onderscheidt het merk zich ten opzichte van de concurrenten. De klant begint met een ‘probleem’ deze los je op door jouw ‘product of dienst’. Het is belangrijk dat jouw merk aansluit bij de (product)categorie die de klant als ‘oplossing’ voor zijn probleem ziet. Vervolgens is het belangrijk duidelijk onderscheid te laten zien aan de klant in de verschillen tussen jouw product of dienst ten opzichte van de andere producten en diensten in de categorie.Dit breng je in kaart door twee associaties te onderzoeken, namelijk: PoP: ‘Points of Parity’: op welke punten sluit je merk aan bij de concurrenten? PoD: ‘Points of Difference’: op welke punten wijkt je merk af van de concurrenten?